Wanneer moet de OR om advies worden gevraagd?
Volgens de wet moet de OR om advies worden gevraagd bij belangrijke beslissingen van financieel-economische of bedrijfsorganisatorische aard. Vanwege artikel 25 lid 1 van de Wet op de Ondernemingsraden moet de OR de mogelijkheid krijgen om advies uit te brengen over een door de werkgever voorgenomen besluit tot:
- de overdracht van de zeggenschap over de onderneming of een onderdeel daarvan;
- het vestigen van, het overnemen of afstoten van zeggenschap over een andere onderneming;
- het aangaan van, het aanbrengen van een belangrijke wijziging in of het verbreken van een duurzame samenwerking met een andere onderneming. Hieronder valt ook het aangaan, in belangrijke mate wijzigen of verbreken van een belangrijke financiële deelneming vanwege of voor een dergelijke onderneming;
- de beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming of van een belangrijk onderdeel daarvan;
- een belangrijke inkrimping, uitbreiding of andere wijziging van de werkzaamheden van de onderneming;
- een belangrijke wijziging in de organisatie van de onderneming, of in de verdeling van bevoegdheden binnen de onderneming;
- het doen van een belangrijke investering van de onderneming.
De OR heeft dus een adviesrecht als het gaat om belangrijke voorgenomen bedrijfseconomische besluiten. Maar wanneer is een voorgenomen besluit belangrijk? Dat is niet exact te zeggen, omdat dit afhangt van de aard van het besluit, maar bijvoorbeeld ook van het aantal werknemers dat door het besluit geraakt wordt. Als sprake is van een voorgenomen (gedeeltelijke) verkoop van de bedrijfsactiviteiten of een acquisitie, dan wordt een besluit door de rechter vrij snel als belangrijk aangemerkt.
Het verkoop- en integratieadvies voor de ondernemingsraad bij de verkoop
Als het thema groeistrategie, verkoop, afsplitsing, carve-out of fusie aan de orde komt, gaat het in essentie voor de ondernemingsraad van de verkopende partij om een wijziging in de zeggenschap over het bedrijf of een deel daarvan. De aandeelhouder of eigenaar draagt op termijn zijn zeggenschap of een deel daarvan over aan een andere partij. Dit is een belangrijke wijziging van de organisatie.
Dat overdragen van zeggenschap kan op verschillende manieren:
- Door de verkoop van de bedrijfsmiddelen, zoals gebouwen, inventaris, voorraden, vorderingen en schulden. Er is dan sprake van een bedrijfsfusie. De onderneming krijgt een andere aandeelhouder of eigenaar.
- Twee ondernemers gaan samen en vormen een nieuwe onderneming. Er is dan sprake van een juridische fusie. Twee rechtsvormen worden één.
- De aandeelhouders verkopen hun aandelen aan andere aandeelhouders. Er zijn dan nieuwe aandeelhouders. Als deze een meerderheidsbelang hebben, verandert de zeggenschapsverhouding in de organisatie.
- Er kan ook een onderdeel van een bedrijf worden verkocht, een carve-out of afsplitsing. Een andere partij krijgt het, na de overdracht van deze activiteiten, voor het zeggen bij het verkochte onderdeel.
Welke stappenplan is van belang voor de Ondernemingsraad bij de verkoop?
Elk acquisitie- of overnameproces verloopt in stappen. Als de ondernemingsraad invloed wil uitoefenen, is het belangrijk al vroeg in het proces te weten welke kant het uitgaat. Daarom is het belangrijk dat de fasering van het proces, en wat daarin gebeurt, wordt gekoppeld aan de bevoegdheden van de ondernemingsraad. Zij zitten er namens de medewerkers.
Het advies van de OR is nodig als de OR via haar advies nog wezenlijke invloed kan uitoefenen. Dus de adviesaanvraag moet tijdig door de bestuurder zijn ingediend, zodat de ondernemingsraad passend kan reageren. De praktijk is helaas vaak anders. Vaak legt de bestuurder het voorgenomen besluit tot fusie of overname ter advisering voor als er al veel zaken zijn afgesproken. Daarom is het belangrijk voor de OR om al vroeg te weten hoe een fusie of overname zich kan aankondigen.